Boekhandel Douwes Den Haag

Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Kamers der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek - Zittingsjaren 1820-1826

9 delen in 4 banden - Compleet

J.J.F. Noordziek

Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Kamers der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek - Zittingsjaren 1820-1826

Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Kamers der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek - Zittingsjaren 1820-1826

9 delen in 4 banden - Compleet

Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Kamers der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek - Zittingsjaren 1820-1826

 

Bindwijze: Gebonden - half-leder
Jaar van uitgifte: 1867-1880
Uitgever: Nijhoff
Plaats van uitgifte: 's-Gravenhage


Niet leverbaar

€ 750,00

Niet leverbaar


Beschrijving Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Kamers der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek - Zittingsjaren 1820-1826

Jan Jacobus Frederik Noordziek werd op 7 oktober 1811 te Amsterdam geboren. Reeds in zijn eerste levensjaren vestigden zijn ouders zich te Den Haag. Daar genoot hij onderwijs eerst op de school van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, later op die van de heer Saraber. Vervolgens bezocht hij de Latijnse school en na zijn eindexamen kon hij gaan studeren, maar de financiële omstandigheden van zijn familie lieten dit niet toe.

Aanvankelijk wijdde hij zich aan het geven van privé onderwijs. In 1828 werd hij uitgenodigd de oudste zoon van Jhr. S. Dedel, ambassadeur bij het Spaanse hof, als gouverneur op diens reis naar Madrid te vergezellen. Alhoewel hij zelf pas 17 jaar oud was bracht hij met zijn twaalfjarige leerling deze toen vooral zeer moeilijke reis dwars door Frankrijk en over de Pyreneën, waar de reizigers voortdurend met grote sneeuwmassa's te worstelen hadden, zonder ongelukken tot een goed einde. Hij bleef bij de familie Dedel ook na de terugkeer van de ambassadeur in Nederland.

Op 1 april 1836 werd Noordziek aangesteld tot amanuensis bij de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag en in mei 1840 bevorderd tot onder-bibliothecaris. Inmiddels bleef hij voortgaan met het geven van privaat onderricht in de Latijnse en Griekse talen, hetgeen de aanleiding was dat hij, na verleend verlof van de Minister van Binnenlandse zaken, zijn pupil in 1843 op een reis door Frankrijk, Italië en Sicilie, en in 1846 op een reis door Engeland, Schotland en Ierland vergezelde.

Bij Koninklijk Besluit van 5 april 1847 werd Noordziek, ondertussen getrouwd, aangesteld tot redacteur der Nederlandse Staatscourant, meer bepaaldelijk belast met het leveren van verslag van de handelingen der Staten-Generaal. Dit verslag vormde tot 17 oktober 1847 een deel van die Courant, maar werd van die datum af een Bijblad tot die Courant. Nadat bij de wet van 24 september 1849 bepaald was dat "er behoefte bestaat aan het gebruik maken van de stenographie tot verbetering en bespoediging der openbaarmaking van het verhandelde in de beide Kamers der Staten-Generaal", werd Noordziek aanvankelijk aangewezen als revisor bij de nieuwe dienst, welke functie hij in 1854 verwisselde voor die van directeur van het Bijblad, of, zoals later bepaald werd, van directeur van de stenographische dienst. Deze betrekking, waaraan in 1867 de titel van referendaris verbonden werd, vervulde Noordziek tot zijn dood.

In 1855 werd hij benoemd tot bibliothecaris van de Tweede Kamer, in welke hoedanigheid hij de reeds omvangrijke boekenverzameling ordende, uitbreidde en catalogiseerde.

Toen er sprake was de handelingen van de Staten-Generaal vóór 1847 uit te geven, was voor de stenographische commissie Noordziek de aangewezen man om die arbeid te ondernemen. Op basis van de verslagen in de Staatscourant , aantekeningen en agena's van kamerleden en andere archiefstukken reconstrueerde hij nauwgezet alle debatten die sinds 1814 waren gevoerd. Dit was een enorme onderneming, die hem tot aan zijn dood zou bezighouden, maar ook onsterfelijk maakte. Zoals de Tweede Kamervoorzitter op Noordzieks sterfdag reeds voorspelde, plukken parlementair historici nu nog altijd de vruchten van diens ‘zorgvuldige nasporing en stalen ijver’.

Een gedeelte van deze handelingen, met name die betreffende ontwerpen van de in 1838 ingevoerde nieuwe Nederlandse wetboeken, zijn apart uitgegeven: 

Burgerlijk Wetboek (9dln.), Wetboek van Koophandel (2 dln.), Wetboek van Burgerlijke Regtspleging (2 dln.) en Wetboek van Strafvordering (2 dln.).

Deze uitgaven zijn waarschijnlijk slechts in kleine oplage gedrukt, want ze zijn zeer, zeer zeldzaam. De laatste keer dat ze ter veiling zijn aangeboden was in 1997.



De aangeboden set is van uitstekende kwaliteit en fraai ingebonden in half-leder.


ISBN
3000000094006
Verschenen
NUR
822
Uitvoering
Tweedehands hardback
Taal
Nederlands
Uitgever
Nijdhoff

Privaatrecht