Een keer in het jaar ging onze vader onderaan de trap staan en riep onze namen in één adem het trapgat in, alsof we één broer met een lange naam waren. De naam stak ons als een horzel, alle zeven tegelijk.
Toen Filip De Pillecyn in 1935 Monsieur Hawarden publiceerde, was dit verhaal over een Franse vrouw die zich in de buurt van Malmedy vestigt om daar als man door het leven te gaan een unicum in de Vlaamse literatuur.