Tonk van Lexmond leeft onder een getuigenbeschermingsprogramma en met een royale bankrekening als veeboer in Ecuador. Op een nacht wordt hij vanuit Nederland gebeld met de mededeling dat zijn ex-vrouw is omgekomen bij een
verkeersongeluk en dat hij zich moet ontfermen over hun elfjarige tweeling. Eenmaal in Oegstgeest leert hij de mores van de plaatselijke upper middle class kennen: hockey, cito-scores, sous-vide gegaard buikspek en de winterbanden van de lease-Volvo bepalen het gesprek van de dag. Maar met het opgeven van de dekmantel zijn de ankrekeningen geblokkeerd. Hij ziet zich genoodzaakt zijn oude stiel weer op te pakken, ditmaal met hypermoderne designerdrugs voor de plaatselijke clientèle. Terugkeren naar Ecuador is voorlopig niet aan de orde, totdat hij zich realiseert
dat hij al die jaren ten onrechte in angst leefde. Tonk zint op wraak en neemt op een grandioze en spectaculaire wijze afscheid van Nederland.