De linguïstiek heeft in de afgelopen twintig jaar een zeer snelle ontwikkeling doorgemaakt. Met name Chomsky's transformationeel-generatieve taalkunde heeft de theoretische apparatuur van de linguïstiek aanzienlijk uitgebreid.

Wie de taalkundige literatuur raadpleegt, wordt niet zelden gehinderd door het gebruik van termen die men niet of slechts half kent. Dit lexicon geeft de termen uit de syntaxis, de fonologie en de semantiek in hun meest courante interpretatie. Daarbij worden ook de plaatsen in de literatuur aangegeven waar men voor verdere oriëntatie terecht kan. In deze nieuwe, sterk gewijzigde editie zijn veel termen toegevoegd en andere weggelaten.

Dr. G.E. Booij is verbonden aan het instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Drs. J.G. Kerstens en dr. H.J.Verkuyl zijn werkzaam aan het Instituut de Vooys van de Rijksuniversiteit te Utrecht.