Aan de hand van het Werkschrift kunnen de leerlingen desgewenst geheel zelfstandig aan de slag. Elke les begint met Op herhaling 1. Daarin wordt de grammaticastof wordt herhaald die van belang is voor het nieuwe grammaticale onderdeel van de les. Taaloefeningen toetsen of de grammatica is begrepen. Fabeltekstjes in het Nederlands worden gebruikt om te toetsen of de leerlingen een taalkundig onderwerp in het Nederlands begrijpt. Daarna volgt Op herhaling 2 waarin systematisch eerst grammaticastof van deel I wordt herhaald en geoefend en vervolgens onderdelen van deel 1. Met een Toets waarin een derde, nieuwe Latijnse tekst is opgenomen, wordt de les afgesloten. Daarnaast kent elke les het onderdeel Extra waarin creatieve, speelse of verdiepende opdrachten zijn opgenomen over taal en cultuur van de Romeinen. Hiedoor kan een docent - al naar gelang de lesurentabel - gedifferentieerd en flexibel werken; de snellere leerling hoeft zich in ieder geval nooit te vervelen. Er is bovendien steeds aandacht voor reflectie op de door de leerling geleverde prestatie en voor samenwerkend leren. Het werkschrift is overvloedig geïllustreerd met zwart-wit afbeeldingen