Constructies van gebouwen spelen meestal een rol op de achtergrond. Dienstbaar zijn ze, net als de vrouwen en mannen die ze ontwerpen en detailleren. Maar constructies doen veel meer dan alleen zorgen dat een gebouw overeind blijft staan. ‘De kunst van het construeren’ toont aan de hand van elf principes de meerwaarde van slimme, efficiënte constructies, zowel architectonisch, functioneel en financieel. Zo wordt duidelijk dat construeren veel meer is dan een ambacht; construeren is ook een kunst. Uiteraard is het wezen van kunst niet in regels te vatten. Dit boek is dan ook vooral een boeiende blik achter de schermen. Een kijkje in de keuken van de constructeur die de wirwar van belangen, uitgangspunten en ambities met elkaar verbindt.