In de wereldwijd rampzalige zomer van 1816 ontmoeten twee jonge Engelse dichters elkaar aan het schilderachtige Meer van Genève. Het zijn de beroemde en tegelijkertijd beruchte Byron en de rebelse Shelley. Beiden waren Engeland ontvlucht vanwege schulden en schandalen. Shelley in het gezelschap van zijn minnares, de piepjonge Mary. Zij is de dochter van Mary Wollstonecraft, feministe en schrijver, en de omstreden filosoof John Godwin.
Het is in die zomer aan het Meer van Genève dat Mary het idee krijgt voor haar roman die in 1818 uitkomt: 'Frankenstein'. Het ‘monster’ is daarin een beklagenswaardig wezen dat enkel door de hardvochtigheid van de mensen tot zijn gruweldaden komt.

'Frankenstein; het Monster en zijn Makers' vertelt de ontstaansgeschiedenis van Mary Shelley’s beroemde roman. Daarnaast laat het zien hoe Victor Frankenstein en het monster dat hij schiep door filmmakers en striptekenaars getransformeerd zijn tot archetypen. Stereotypen die nog maar heel weinig te maken hebben met de personages die Mary Shelley creëerde. Bovendien is in de toneelbewerkingen en de films een belangrijke boodschap van Shelley’s Frankenstein verdwenen.