De laatste etappe van de grote ontdekkingstocht door de historische goud-, zilver- en kopermijnen van de Russische poëzie, met een rijke oogst van meer dan 125 landheren, geheimraden, marcheerders en schuinsmarcheerders, cavaleristen en vliegeniers, monarchisten, symbolisten, anarchisten, futuristen, communisten, imaginisten en heel wat andere -isten, van wie er veel te veel een ontijdige dood vonden, veelal tegen een muur, voor een vuurpeloton. Van elk van hen: een portret in beeld, een ultrakorte biografie en minstens één gedicht...

Het brengt de teller van het totaal aantal opgedolven dichters, geboren in het tijdvak 1640-1910 op het indrukwekkende aantal van: 555. Een wereldrecord, Guinessbook-waardig.