Drie cultuurgeschiedenissen
Drie cultuurgeschiedenissen
Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst bijna vijf eeuwen geleden zijn mediavormen voor een massapubliek ontstaan. Mensen hebben die media gebruikt om hun identiteit te beleven, wijzer te worden, het blikveld te verbreden en met andere mensen te communiceren.
Leverbaar
Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst bijna vijf eeuwen geleden zijn mediavormen voor een massapubliek ontstaan. Mensen hebben die media gebruikt om hun identiteit te beleven, wijzer te worden, het blikveld te verbreden en met andere mensen te communiceren. Daarmee hebben die media grote invloed gekregen in de maatschappij, de cultuur en de politiek. Over hun vorm en inhoud is daarom ook hevig gestreden.
Over de unieke Nederlandse geschiedenis van drie van de invloedrijkste mediavormen hebben toonaangevende historici drie fraai geïllustreerde boeken geschreven. De krant, de radio en de televisie kennen een lange en veelbewogen geschiedenis. De eerste krant verscheen in Nederland in 1618, de radio ontstond in 1919 en de eerste televisieuitzending was te zien in 1951. Het frappante is dat ze alle drie nog bestaan en vol leven zitten. Gek is dat niet want media moeten altijd vers blijven om te overleven. Nieuwe media drukken de oude niet weg maar dwingen ze tot aanpassing. Al die media geven maken nieuwe inzichten, culturen en groepen zichtbaar en mondig. En daarom blijven ze bepalend voor sterk veranderend gedrag.
De boeken over krant, radio en televisie geven een fascinerend beeld van deze dynamiek in mediageschiedenis. Hun geschiedenis is biedt tevens inzicht in de technologische en culturele invloed op vijf eeuwen menselijk gedrag en maatschappelijke en politieke ontwikkeling. Vooral in Nederland, maar ook in internationaal opzicht. Want Nederland liep wereldwijd voorop, of het nu het eerste dagblad in 1618 betrof, de allereerste radio-uitzending in 1919 of de opkomst van een van de belangrijkste televisieformats zoals Big Brother in onze tijd.