Boekhandel Douwes Den Haag

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

B.J.V. Keupink

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

 

Het (economisch) strafrecht kent een groot aantal bepalingen waarin een gebrek aan zorg is strafbaar gesteld. De wetgever en de rechter hebben de afgelopen decennia echter vrijwel geen aandacht besteed aan de strafrechtelijke betekenis van gedragingen die zijn geformuleerd met de term `zorgen`.


Niet leverbaar

€ 5,99

Niet leverbaar

Beschrijving Daderschap bij wettelijke strafrechtelijke zorgplichtbepalingen

Het (economisch) strafrecht kent een groot aantal bepalingen waarin een gebrek aan zorg is strafbaar gesteld. De wetgever en de rechter hebben de afgelopen decennia echter vrijwel geen aandacht besteed aan de strafrechtelijke betekenis van gedragingen die zijn geformuleerd met de term `zorgen`. In het onderzoek van Keupink staat centraal hoe het bestanddeel `zorgen` vanuit strafrechtelijk perspectief moet worden ingevuld.

Keupink concludeert dat het strafrechtelijk daderschap bij de onderzochte zorgplichtbepalingen enerzijds ogenschijnlijk sneller tot stand komt dan bij meer traditionele delicten. De oorzaak daarvoor is dat reeds het eenvoudige intreden van een door de wetgever ongewenste situatie voldoende is voor de initiƫle vaststelling van daderschap bij zorgplichtbepalingen. Maar anderzijds is tegelijkertijd bij deze bepalingen geen sprake van daderschap als de geadresseerde van de bepaling aantoont dat hij (i) de nodige middelen heeft verschaft, (ii) de nodige bevelen heeft gegeven, (iii) het redelijkerwijze te vorderen toezicht heeft gehouden en (iv) de nodige maatregelen heeft genomen. Het daarnevens te voeren verweer dat alle schuld afwezig is doordat de geadresseerde alle mogelijke zorg in zijn individuele geval heeft betracht, staat in geval van aanvaarding eveneens in de weg aan strafrechtelijk daderschap. Voor zover in voorkomende gevallen toch daderschap wordt vastgesteld, is met die vaststelling nog niets gezegd omtrent de verder benodigde stappen op weg naar strafbaarheid. Andere delictsbestanddelen dan het gedragingsbestanddeel `zorgen`, zullen nog moeten worden bewezen. Daarnaast kunnen rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden worden ingeroepen, inclusief andere vormen van eerder genoemd `afwezigheid van alle schuld`-verweer. Deze bijzondere daderschapsconstructie is van belang voor het corporatief daderschap. Anders dan het uitgangspunt is in de Zijpe-doctrine, hoeft bij het begaan van de zorggedraging door de rechtspersoon geen gedraging van een andere (natuurlijke) persoon te worden toegerekend aan de rechtspersoon. De rechtspersoon kan rechtstreeks zorgplichtbepalingen schenden en dader zijn. De drietrapsraket uit het Zijpe-arrest is daarvoor niet vereist.

Wegens de onbepaaldheid van de onderzochte zorgplichtbepalingen en de te snelle initiƫle totstandkoming van daderschap, dienen zorgplichtbepalingen volgens Keupink te worden gedecriminaliseerd althans te worden herzien. Een alternatief zou zijn dat per zorgplichtbepaling opnieuw disculpatieregelingen worden ingevoerd waarin tot uitdrukking komt dat de geadresseerde wordt geacht te hebben gezorgd, als hij aantoont (i) de nodige middelen te hebben verschaft, (ii) de nodige bevelen te hebben gegeven, (iii) het redelijkerwijze te vorderen toezicht te hebben gehouden en (iv) de nodige maatregelen te hebben genomen.


ISBN
9789058507204
Pagina's
447
Verschenen
NUR
824
Druk
1
Uitvoering
E-book
Taal
Nederlands
Uitgever
Wolf Legal Publishers