Voor het vervoer van personen bouwden de spoorwegen vanaf hun jongste jaren rijtuigen, een woord direct ontleend aan het voorafgaande tijdperk van diligence en postkoets. Deze spoorrijtuigen waren van hout, in sommige gevallen tot de wielen toe.Pas tegen het eind van de 19e eeuw begon men houten rijtuigen met staalplaat te bekleden. Meer dan drieduizend van deze voertuigen erfde de in 1921 ontstane 'Nederlandsche Spoorwegen' van voorgangers als HIJSM en SS. Die erfenis kon kennelijk wel tegen een stootje, want sommige rijtuigen waren gebouwd in de jaren zestig van de eeuw daarvoor.

Het eerste geheel stalen rijtuig kwam in Nederland pas in 1928 op de baan.