In de jaren vijftig van de vorige eeuw bezoekt de auteur als kleine jongen aan de hand van zijn grootmoeder de bad- en vissersplaats voor het eerst. Als hij, eenmaal volwassen, naar Scheveningen terugkeert, ontdekt hij de enorme veranderingen die door de jaren heen aan de haven en aan het strand hebben plaatsgevonden. Zowat de hele vissersvloot is verdwenen, net als de grandeuren de beau monde van weleer. Hoe staat het met het hart en vooral de ziel van het voormalige vissersdorp? Is er nog iets van over?

Aan de hand van de restauratie van de oude vleetlogger SCH 236 Noordster verkent Gunneweg een groot aantal aspecten van een eigenzinnige vissersgemeenschap die haar eeuwenoude levenswijze bedreigd zag worden, en in slechts een paar jaar tijd zag verdwijnen. De verhalen en belevenissen tijdens de restauratie vormen het decor van een persoonlijk en bij vlagen aangrijpend verhaal over het Scheveningen van toen en van nu. In ‘Terug op Scheveningen’ reconstrueert de auteur zowel het leven van de laatste vleetvissers als de neergang van de vleetvisserij. Terug op Scheveningen leest als een roman met de Noordster als hoofdpersoon.