Joop Verstraten doet in dit boek op aansprekende wijze verslag van de lange reizen die hij in de jaren zestig maakte. Allereerst trok hij door Noord-Amerika: Canada, Mexico en de door rassenrellen, de strijd om burgerrechten en de oorlog in Vietnam verscheurde Verenigde Staten. Daarna reisde hij door het Midden-Oosten: door Israël in het jaar ná de Zesdaagse Oorlog, een oorlog die, zoals later bleek nog lange tijd het leven in deze regio zou bepalen, door Turkije en Iran dat toen nog Perzië heette, en door het communistische Oostblok. Ten slotte zwierf hij lukraak door de voorpost van het vrije Westen: Scandinavië.
De schrijver kwam en ging, vrienden en vriendinnen kwamen en verdwenen weer uit zicht, en ondertussen ontrolde zich de eigentijdse cultuur, in films, muziek en literatuur.
Het is tevens een tocht van iemand die vijf jaar lang beweerde niets beters te doen te hebben en ondertussen op zoek was naar zijn eigen toekomst.