Wat ons overkomt en waarvoor we kiezen bepraten we het liefst met onze dierbaren of anders met een coach. Zo peilen we de betekenis van ons leven en worden we wie we zijn. Vroeger kon je om die reden in een biechtstoel je hart luchten.
Als je zo voor een spiegel staat is je eerlijkheid in het geding. Voor Thomas bijvoorbeeld, als hem verweten wordt een incident met zijn leerlingen te hebben laten ontsporen en zich bezint op een goede menselijke maat. Of Jorrit die zich realiseert onachtzaam te zijn geweest ten opzichte van zijn broer die in zijn leven verdwaalt. En Thijs, wiens durf nodig is om een gezinsgeheim te ontwarren voordat hij zich open kan stellen voor wat op zijn weg komt.

De verhalen van Thomas, Jorrit en Thijs – weliswaar anders dan hier verteld – zijn ooit met de schrijver besproken. Verhalen die diepergaand begrepen kunnen worden aan de hand van wat ‘existentiële analyse’ wordt genoemd. De vraag van deze bundel is of denkers als Albert Camus, Jean Paul Sartre en Benedictus de Spinoza een leefbaar zoekschema aanreiken met genoeg houvast om de betekenis ervan te vinden die recht doet aan leven en lot.