Het hulpverlenend gesprek biedt beginnende hulpverleners praktische handvatten om met zelfvertrouwen een hulpverlenend gesprek te kunnen voeren. Verschillende praktische gespreksmodellen en de meest voorkomende problemen en valkuilen in de praktijk van de gespreksvoering komen aan bod. Er is in het boek veel aandacht voor ruis, weerstand en de verwachtingen van zowel de hulpvrager als de hulpverlener. Aan de hand van uitgebreide casuïstiek wordt gedemonstreerd hoe een hulpverlenend gesprek eruit kan zien. Elke casus wordt behandeld op drie manieren: vanuit een directieve aanpak, vanuit een non-directieve aanpak en vanuit een aanpak waarbij beide benaderingen worden afgewisseld.
In het boek komen allereerst de rol van de hulpverlener en de identificatie van het probleem van de cliënt aan bod. Vervolgens worden de belangrijkste methodes van gespreksvoering en de praktijk van de hulpverlening besproken. Het boek bevat veel praktijkvoorbeelden, zelftests en zowel theoretische als reflectieve oefenopgaven.

- Praktisch handboek voor de beginnende hulpverlener over de kern van gespreksvoering;
 - verbindt de directieve en non-directieve methode van gespreksvoering met elkaar;
 - boordevol praktijkvoorbeelden, handige tips en aanwijzingen.

De website bij het boek biedt uitgebreide ondersteuning voor zowel studenten als docenten. Studenten kunnen gebruikmaken van een begrippentrainer en vinden op de website daarnaast verschillende rollenspellen en praktische tips om gespreksvoering te oefenen. Voor docenten bevat de website discussievragen en rollenspellen die ze in hun lessen kunnen gebruiken.

De auteur
Dr. Jan Verhulst is klinisch psycholoog en zelfstandig GZ-psycholoog in Eindhoven. Daarnaast is hij auteur van verschillende psychologieboeken. Verder heeft Verhulst jarenlange ervaring als docent in het hoger onderwijs. Zo was hij als docent communicatiekunde/psychologie/psychiatrie verbonden aan diverse onderwijsinstellingen, zoals de Fontys Hogeschool in Eindhoven.