Met de inwerkingtreding van de arbitragewet van 1986 (dit is: uitbreiding van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering met Boek IV) werd een al eeuwenlang uitgeoefende wijze van bemiddeling in het Nederlands recht geformaliseerd en ontstond naast het door de overheid georganiseerde rechtspraak een particulier in te richten alternatief.
In dit boek Arbitrage werpt de auteur zijn licht over tal van zaken die een rol spelen bij arbitrage,
zoals arbitrabiliteit van geschillen, de verhouding tussen de partijen enerzijds en de rechter of
arbiter anderzijds, de rechten en plichten van de arbiter en de wijze waarop arbitrage vorm moet,
mag en kan worden gegeven.
De bundel bevat tevens de volledige tekst van titel 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
alsmede de relevante BW-bepalingen.