De Amerikaanse hoogleraar Charles Hodge (1797-1878) was een van de belangrijkste gereformeerde theologen van zijn tijd. Toen zijn Schotse tijdgenoot John Kennedy in 1873 terugkwam van een bezoek aan de Verenigde Staten, vertelde hij dat twee zaken zijn verwachtingen hadden overtroffen: de Niagarawatervallen en professor Charles Hodge. Velen zouden Hodge leren kennen als schrijver van het driedelige standaardwerk Systematic Theology.
Wie Hodge in het diepst in het hart wil kijken, moet echter het boekje De weg des levens ter hand nemen. De hoogleraar aan het Princeton Theological Seminary schreef dit werk voor de interkerkelijke American Sunday School Union, die zich onder meer inzette voor de theologische toerusting van volwassenen. Op eenvoudige wijze gaat hij in op drie vragen: Hoe weten wij dat de Bijbel Gods Woord is? Wat is de inhoud van de Bijbel? En welke gevolgen heeft de Bijbelse leer in ons leven als de Heilige Geest die toepast aan ons hart?
In De weg des levens blijkt duidelijk hoezeer Hodge op een bevindelijke manier wilde spreken over de kennis van Christus. Hij beklemtoont niet alleen dat het ware christelijk geloof een beleefd geloof is, maar ook dat het blijkt in handel en wandel.

Dit werk is vertaald door C. van der Meiden en voorzien van een inleiding door dr. P. de Vries.