Hannah wordt aan het begin van de vorige eeuw in Rotterdam geboren.
De start belooft niet veel goeds. Het gezin is arm, de moeder sterft vroeg. In het weeshuis waar Hannah en haar zusjes dan geplaatst worden, ontbreekt het de meisjes aan elke vorm van liefde. Intussen breekt de Eerste Wereldoorlog uit.
Hannah’s levenslust is haar grote kracht. Als zich een kans voordoet grijpt zij die met beide handen. Zo wordt zij geïnspireerd door
de idealist Kees Boeke met wie zij in contact komt. Wel beseft zij dat ze verder aan haar scholing moet werken. Na de nodige lessen gevolgd te hebben aan de avondschool vindt zij een baan in de vakbondswereld als secretaresse van de linkse politicus Sneevliet, bij
het NAS (National Arbeiders Syndicaat) in Amsterdam. In 1929 trouwt zij met de vakbondsbestuurder Roelof Nieuwenhuis, met wie zij twee dochters zal krijgen.
De Tweede Wereldoorlog eist al haar krachten om samen met haar
man het gezin door de oorlog heen te loodsen. Na de oorlog blijkt de wereld veranderd. De idealen van voordien gelden niet meer.
Een geheel ander leven dient zich aan en weer begint Hannah met moed aan een nieuw leven in een veranderde wereld.