Praktijkreeks IPR
Praktijkreeks IPR
In dit deel van de Praktijkreeks IPR staat de individuele arbeidsovereenkomst centraal. Aan de orde komen internationale geschillen tussen werkgevers en werknemers, zoals ambassadepersoneel, grensarbeiders, zeevarenden, werknemers in de luchtvaartsector en de transportsector, gedetacheerde werknemers en werknemers bij een onderneming die overgaat in andere handen.
Leverbaar
In dit deel van de Praktijkreeks IPR staat de individuele arbeidsovereenkomst centraal. Aan de orde komen internationale geschillen tussen werkgevers en werknemers, zoals ambassadepersoneel, grensarbeiders, zeevarenden, werknemers in de luchtvaartsector en de transportsector, gedetacheerde werknemers en werknemers bij een onderneming die overgaat in andere handen. In de regel gaat het daarbij om loonvorderingen of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Voor de arbeidsovereenkomst kent het Nederlandse IPR bijzondere regelingen voor de internationale bevoegdheid in de EEXVerordening II (Brussel Ibis) en in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de vraag naar het toepasselijke recht gelden in hoofdzaak de bijzondere conflictregels van de Rome I-Verordening. Soms zal rekening moeten worden gehouden met eenvormig of geharmoniseerd privaatrecht of met de arbeidsvoorwaarden van een ander land. Onderwerpen die de verhoudingen tussen werknemers- en werkgeversorganisaties raken, zoals de internationale staking of boycot en de naleving van caos, worden in beginsel bestreken door IPR-regels inzake onrechtmatige daad.
Ook meer algemene kwesties worden behandeld, zoals de immuniteit van staten, het leerstuk van de voorrangsregels en de regels inzake het vrij verkeer in de Europese Unie, en terloops wordt ingegaan op het internationale erkennings- en executierecht. De rechtspraak in dit boek bepaalt en illustreert de rechtspraktijk.
Praktijkreeks IPR
De boeken in de Praktijkreeks IPR beogen een overzichtelijke behandeling te geven van diverse onderwerpen van internationaal privaatrecht. Elk onderwerp van IPR wordt in de afzonderlijke delen besproken aan de hand van de drie vragen van IPR naar de rechtsmacht van de Nederlandse rechter, het toepasselijke recht op de rechtsverhouding, en de erkenning en tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen. Gestreefd wordt naar een geïntegreerde behandeling van de genoemde vragen van formeel en materieel IPR. De afzonderlijke delen van de Praktijkreeks IPR vormen tezamen een losdelig handboek op het terrein van het Nederlandse internationaal privaatrecht.
De hoofdredactie van de reeks wordt gevormd door: prof. mr. dr. P. Vlas, mr. L. Strikwerda, prof. mr. F. Ibili en mr. M. Zilinsky.