Lier en Koningshooikt hadden tijdens de beginmaanden van de Eerste Wereldoorlog erg te lijden onder het oorlogsgeweld. Op hun grondgebied waren immers twee forten en één redoute aanwezig en de strategische ligging van Lier zorgde ervoor dat het in de stad een komen en gaan was van militairen. Koning Albert I had in september 1914 even zijn militair hoofdkwartier in Lier gevestigd. De inname van de stad was voor de Duitsers van groot strategisch belang om zo de Vesting Antwerpen op de knieën te krijgen.

In dit boek wordt de militaire strijd in Lier en Koningshooikt in 1914 belicht. De strijd om de Lierse forten, de inname van de stad Lier en de vergeten slag aan de Nete komen uitgebreid aan bod. Daarbij worden zoveel mogelijk persoonlijke verhalen weergegeven. Fortsoldaten beschrijven de gruwelijke effecten van de inslagen van de Dikke Bertha-granaten, hun wanhoop en lijden. Anderen verhalen over de moorddadige, nachtelijke bajonetaanval aan de Nete. Ook Britse troepen waren betrokken bij de gevechten rondom Lier, zelfs Winston Churchill kwam in oktober 1914 het slagveld aan de Nete gadeslaan... .

De auteur schetst een indringend beeld van de gruwel van de oorlog.