Dit boek is geen nieuwe religie, maar een poëtische reis in een eeuwenoud verbond.
Deze bundel is geschreven voor niet-Joden die de Zeven Geboden van Noach willen eren, universele wetten die door de Eeuwige via Mosjee aan Israël zijn gegeven voor alle mensen.

De teksten zijn bedoeld ter inspiratie, gebed en zelfreflectie, maar vormen geen vervanging voor studie van betrouwbare Joodse bronnen of persoonlijk advies van een bevoegde rabbijn. Ze volgen de halachische kaders die de Tora stelt voor de volkeren en vermijden het nabootsen van Joodse rituelen, feesten of geboden die uitsluitend aan Israël zijn toevertrouwd.

Wie deze bundel leest, wordt aangemoedigd om naast deze poëzie ook The Divine Code en een betrouwbare Hebreeuwse Tenach te bestuderen, zodat inspiratie altijd geworteld blijft in waarheid.

Moge deze woorden bijdragen aan vrede, gerechtigheid en eerbied voor de Schepper onder alle volken.