Maria Magdalena leefde 2000 jaar geleden in Israël. Ze groeide op in een beschermd milieu in Magdala. Daar ontmoette ze een rondtrekkende leraar en zijn charisma bekoorde haar. Ze volgde hem op zijn trektochten door Galilea en werd zijn geliefde en bruid. Nadat hij op de leeftijd van 33 jaar wegens opruiende taal was opgepakt werd hij ter dood veroordeeld. Maria Magdalena bleef hem volgen, stond hem bij aan de voet van de kruisgalg en ging zijn lichaam balsemen op de plaats waar hij werd begraven. Na zijn dood nam zij de leiding van de beweging die de leraar in het leven had geroepen. Ze wilde zijn gedachtegoed doorgeven aan het nageslacht. Haar leiderschap werd echter betwist door volgelingen die geen vrouw wilden aan het hoofd van een organisatie die steeds meer invloed verwierf. De tijd van feminisme was nog niet aangebroken en de hegemonie van de mannenmaatschappij mocht niet worden doorbroken. Daarom werd Maria Magdalena virtueel uit de weg geruimd.