Ontroerend boek over kind zijn in de jaren zestig.

In Meisje van de Fuutweg keert Yorien van den Hombergh terug naar de jaren zestig in Haren (Gr) waar ze in haar zesde levensjaar komt wonen. We maken kennis met haar vader die leraar geschiedenis en aardrijkskunde is en aan zijn proefschrift werkt, met haar moeder die de drie dochters liefdevol opvoedt, met haar zussen en andere familieleden, haar buren, haar klasgenootjes, haar vriendjes en vriendinnetjes en de juffen en meesters op de Sint Nicolaasschool.

Met al deze mensen gaat ze op ontdekkingstocht naar de dagelijkse realiteit: hoe je moet vissen of vliegeren, wat je kunt doen met kastanjes, hoe kalfjes geboren worden en hoe dat precies zit met Sinterklaas, vriendschap of seks. Blijdschap, verdriet, verbazing en schaamte wisselen elkaar af in haar kennismaking met het leven.

Het dorp én de tijd van toen komen weer helemaal tot leven in dit ontroerende relaas van een opgroeiend katholiek meisje aan de Fuutweg in Haren.