Albert Winsemius (1910-1996) werd geboren in een calvinistisch gezin in Leeuwarden, studeerde economie en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ambtenaar op het Ministerie van Handel en Nijverheid. Na de oorlog organi seerde hij de wederopbouw van de verwoeste Nederlandse industrie als directeur- generaal Industrialisatie op het Ministerie van Econo mische Zaken. Hij wist in vijf jaar tijd vierhonderd ondernemingen naar Nederland te lokken, waarvan honderdvijftig Amerikaanse. Zo werd Winsemius de vader van het Botlek-gebied, de chemische industrie in Zeeland en Zuid-Limburg, de zoutindustrie in Groningen én redder van Hoogovens. Hij kan beschouwd worden als de grootste Nederlandse armoedebestrijder van de twintigste eeuw.

Albert Winsemius is diverse malen door de Verenigde Naties uitgezonden als economisch adviseur naar landen in problemen. Tot hij, na een intermezzo in de West-Europese wapenindustrie tijdens de Koude Oorlog, in de jaren zestig neerstreek in de straatarme stadstaat Singapore. In zijn tweede vaderland nam hij de taak op zich het land uit het drijfzand te trekken. Gebruikmakend van de kennis die hij had opgedaan bij de Wederopbouw van Nederland, wist Winsemius Singapore op te bouwen tot een oersterk fi nancieel en sociaal bolwerk.

Frans Stoelinga (1942) was actief in het internationale zakenleven en woonde en werkte onder meer vijf jaar in Singapore. In november 2020 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden op een studie naar leven en werk van Albert Winsemius.