Een tienerjongen groeit op in Ferrara in de jaren dertig. Op school, altijd al een plek van rivaliteit en hiërarchie, is de spanning van de politieke veranderingen in Italië duidelijk merkbaar. De jongen realiseert zich langzaamaan dat zijn joodse identiteit impliceert dat hij wordt buitengesloten
en verstoten en dat hij afscheid zal moeten nemen van zijn jonge, onschuldige jaren.


De verhalen en romans van Giorgio Bassani zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen een overweldigend portret van het Italië van na de oorlog. Ze spelen zich allemaal af in Ferrara, een stad in Noord-Italië die eeuwenlang het centrum van de joodse cultuur was, en waar Bassani zelf opgroeide. Voor Bassani is Ferrara een voedingsbodem voor de herinnering; ieder verhaal vormt een tegenwicht voor het wegvallen van het verleden.